ZH – Koe loopt naar zolder en overleeft zo een 3 meter hoge watergolf.
De nacht voor de watersnoodramp van 1 februari 1953, viert Leen Gebraad zijn 17e verjaardag. Een dag later overspoelt een watergolf van zo’n 3 meter de Julianastraat in Oude Tonge en vernietigt in enkele seconden alle huizen in de straat met de even nummers en zet in enkele seconden het hele dorp zo’n kleine 3 meter onderwater.
De familie Gebraad in de Nieuwstraat 50 dankt hun leven aan letterlijk boeren slimheid. De opa van Leen (zijn vader overleed toen hij zes maanden oud was en zijn moeder is teruggegaan naar het huis van haar vader) ziet het water in de omliggende sloten extreem snel stijgen en de putdeksel in de straat onheilspellend dansen. Een voorbode van de vloedgolf! Leen’s moeder is als de dood voor water en halsoverkop verlaat de familie het huis en ze rennen naar de dijk. Dat is puur geluk want iedereen verwacht water van over de dijk maar deze vloedgolf komt onverwacht van de andere kant, uit de polder. Paarden en koeien hebben ze losgesneden, alle deuren in de haast opengelaten. Op de dijk vraagt moeder aan Leen en zijn opa: “zien jullie al brand”? Rare vraag – vuur in dit waterinferno? Moeder bekent dat ze de kaars op tafel (de stroom was immers al uitgevallen) niet heeft uitgeblazen.
Paarden zijn bang voor water en die vinden ze terug op de dijk maar koeien gaan bij angst altijd terug naar hun stal. Het vee van de buurman verdrinkt op een tweejarige os na (geen melkkoe maar koe voor de mest). Deze os loopt in paniek het huis van de familie Gebraad binnen. Halverwege de lange gang die langs het hele huis loopt, gaat hij de deur naar zolder binnen. Hij klimt naar de zolder en zo blijkt later, beschadigt de trap met zijn poten immens. Doodsnood.
En daar staat de os, achter het raam, vier dagen op zolder. De overlevering vertelt dat hij zich in leven houdt door aan de jurken van de vrouw des huizes te knabbelen. Dat is niet waar. Op de zolder liggen appels en peren voor in de winter. Dit is het reddende voedsel. Maar helaas voor de familie Gebraad is dit bij koeien uiterst laxerend. Alles, zoals de klok die er staat – alles zit onder. Dus aan zijn redding hangt een aardig luchtje!
De politie arriveert per boot om mensen van zolders te halen en varend door de Nieuwstraat zien zij de os. “Hebben jullie kalfjes op zolder gezet”, vragen zij later aan opa Gebraad. Ze zien de os namelijk constant met de tong langs de raampjes likken. Maar condens blijkt het enige zoete water voor de os dat hij kan drinken. Met twee boten varen ze later naar het huis terug.
De politieagenten slopen de twee schuiframen eruit maar durven de koe niet naar buiten te duwen of ter plekke dood te schieten want ze weten niet door het hoge water of het huis dit allemaal zal houden. Een van de agenten trekt zijn revolver en schiet bij het ene raam in de lucht. De os springt uit angst door het andere raam naar buiten. En daar tussen al dat wrakhout pakt iemand de koe bij de hoorns en bevestigt daaraan het touw waarmee het dier naar de dijk wordt getrokken.
Alleen al op Goeree-Overflakkee hebben zo’n 4.500 koeien, 3.000 varkens, 350 paarden en 22.000 kippen en een ongekend aantal (huis)dieren en andere soorten vee, de watersnoodramp niet overleefd. Het enige monument ter ere van al dit dierenleed, vind je op het huis in Oude Tonge. De gedenksteen ter ere van de os op zolder draagt de tekst “Ik vocht voor ‘t leven, hier werd het gegeven”.
(klik op ‘over mijn publicaties’ en lees de artikelen 2018-10-01 en 2018-10-02 over het dierenleed van WO-I, 1914-1918. Huiver!!)
(Vandaag 19 september 2020 bevestigt de heer Leen Gebraad dat mijn verhaal correct is. Ik bedank hem zeer voor de tijd die hij voor mij heeft vrijgemaakt. Ook zijn zoon Jaap bedank ik want zonder hem had ik nooit zijn vader kunnen spreken)
Naschrift: Hoe kwam die gevelsteen er eigenlijk? Leen geeft antwoord. “De aannemer die na de ramp de huizen kwam herstellen vond dit zo’n bijzonder verhaal dat hij de gevelsteen op eigen kosten heeft laten maken en heeft toegevoegd aan de gevel van ons huis.”